Ik ga steeds meer op mijn moeder lijken. Er waren perioden dat ik dat vreselijk vond. Ik wilde liever op mijn vader lijken. Vraag me niet waarom want ik had gewoon twee schatten van ouders. Naarmate ik ouder word dringt dat steeds meer tot me door. Niet dat ik dat nooit wist maar het lijkt op een andere manier binnen te komen. Misschien is er wat meer rust in mijzelf zodat er meer tijd en ruimte is om plaats te geven aan gevoelens van liefhebben, vrede en dankbaarheid voor het hele leven in zijn totaliteit.
Dat klinkt mooi maar is dat dan zomaar naar boven gekomen bij het ouder worden. Want ik zie toch ook veel ouderen om mij heen die het wat moeilijker lijken te hebben onder dezelfde soort omstandigheden waarin ik verkeer. Alhoewel ik natuurlijk niet in andermans lijf en leden kan kijken laat staan in iemands hoofd, hoor en zie ik zoveel problemen waardoor er weinig ruimte is voor vrede en rust.
Waarschijnlijk had ik ook nog in een onrust, onvrede of in problematisch denken gezeten als er geen omstandigheden in en buiten mijzelf waren geweest waardoor ik op zoek ben gegaan naar betere oplossingen daarvoor.. Zulke grote problemen waar ik me voor geplaats zag, die ervoor zorgden dat ik mijn levensweg gegaan ben zoals ik hem ben gegaan. Allerlei moeilijke omstandigheden en een innerlijke gedrevenheid om daar diepgaande oplossingen voor te vinden, hebben mijn pad bepaald en ik kwam tot de ontdekking dat het allemaal over mijn eigen bewustzijn gaat . Ik kwam tot de ontdekking dat de manier waarop ik naar de wereld kijk het enige is dat bepaalt hoe ik in het leven sta. Het bepaalt mijn geluk of ongeluk. Het bepaalt mijn hele leven. Dat bewustzijn is wat mijn leven maakt maar ook kan breken.
Om duidelijkheid of een beetje inzicht te krijgen in en over de manier waarop mijn eigen bewustzijn functioneert, nee dat gaat niet van een leien dakje. Het gaf en geeft soms nog perioden of momenten van confrontaties met mijzelf. Toen ik werkelijk doorkreeg dat niemand anders op de hele wereld verantwoordelijk is voor de manier waarop ik in de wereld sta, begreep ik dat ik daar alleen maar zelf aan kan werken door mezelf te leren zien met alle beperkingen die er zijn. Ja dat was alsof ik voor een tweede keer na alle voorgaande ellende in het diepe sprong. Het diepe dat was uitgegroeid tot een ravijn van ellende waar geen doorkomen aan leek te zijn. Was er dan niets of niemand die er voor mij kon zijn? Wie was ik dan nog? Durf ik te springen?
Ik leerde dat er een 'vangnet' is dat ook diep in mijzelf aanwezig is en tegelijkertijd alles omvat. Een enorme kracht van liefde mededogen. Daarin mijn rust te kunnen vinden betekent dat ik een geheel ben met alles. Dat ik en ieder ander er mag zijn op de eigen unieke manier. Het enige wat ik kan doen is mijn eigen grenzen leren zien en bewaken. Ze regelmatig controleren of die zelfgemaakte grenzen niet te kortzichtig zijn en waar nodig mij terug te trekken terwijl ik in liefde mededogen blijf kijken naar wat er gebeurt. Ik hoef niets te bevechten voor mijzelf want hoe dan ook, ik ben een eenheid met het al en verantwoordelijk.
Dat is wat ik weet. Dat is waar ik zulke mooie ervaringen mee mag delen . De oefening is het dagelijks te leren leven en me er dagelijks meer bewust van te worden.
Dat geeft rust en ruimte aan honderdduizend dingen. Mooie dingen en minder mooie dingen. Alles hoort erbij