Al zoveel levens zocht ik naar jou die
vrede bent, geslagen en verstoten
ging ik naar jou op weg. Al zoveel levens
zocht ik naar jou die liefde bent, want wat wij
liefde noemden, het vloeide telkens weg.
Ik zag de diepe dalen, verdwaalde in het woud,
verdronk in duister water, greep rond in zelfbehoud
Ik riep om hulp, maar woorden, zij keerden leeg terug.
Toch wist ik in die diepten, dat er ook hoogten zijn en
in de kringloop van de tijd, klom ik er steeds weer uit,
Totdat ik stil aandachtig, ging zitten op mijn plek en keek
naar alle dingen die ik niet had ontdekt.
De koele maan van wijsheid, keek neer terwijl ik zat,
vertelde van de leegte, waardoor dit alles was.
Het duister gaf de ruimte, liet 1000 dingen zien
die ik toen aanschouwde vol van verwondering.
Ik hoefde niet te grijpen en houden wat ik had
Het mocht er alles wezen, zoals het werkelijk was.
Zo wandel ik nu verder en weet,
in alles wat ik zie
in alles wat ik hoor en voel,
in alles wat ik ben en
alles wat de wereld is
daar heb ik jou ontdekt,
Toen ik de titel in mijn leeslijst zag begreep ik je al....
BeantwoordenVerwijderen