maandag 20 juli 2020

Herinnering tijdens het ontbijt

Aan de ontbijttafel


Aan de ontbijttafel komen allerlei herinneringen naar boven.

De broer van mijn vader was gescheiden van zijn eerste vrouw en trouwde in de jaren 50 met tante Jo. Dat was op zijn zachts gezegd heel bijzonder. Mijn ouders begrepen het geloof ik niet zo goed, want zoiets deed je niet. Gelukkig had hij genoeg geld zodat zijn eerste vrouw niet onbedeeld achter bleef.

Mijn ouders hadden niet zoveel contact met de familie van vaders kant. Mijn moeder heeft zich bij hen nooit thuis gevoeld. Haar man was maar gewoon fabrieksarbeider, machine bankwerker. Ze heeft altijd door allerlei gebeurtenissen een onwelkom gevoel had. Zijn broers en zussen hadden het allemaal wat beter financieel gezien. Sommigen hadden het zelfs veel beter. Er werd verteld dat de oudste broer een vrouw had die heel veel geld had en zelf verdiende hij kennelijk ook een behoorlijke duit.

In de jaren vijftig hingen mijn ouders een affiche op het raam voor de verkiezingen van vadertje Drees, de minister die er voor zorgde dat er geld voor armen en ouderen beschikbaar kwam

Dat affiche was mijn rijke Oom Wim in het verkeerde keelgat geschoten en hij kwam dan ook verhaal halen bij mijn moeder. Dat kon ze toch niet maken. We woonde vlak naast de zus van mijn vader waar hij vaker kwam en natuurlijk nooit bij ons en daar kwam hij dus zojuist vandaan er was daar kennelijk over dit grote probleem gesproken. De familie leden hadden allemaal eigen bedrijven. En die poster was dus geen reclame, zei hij. Mijn moeder heeft haar zegje gezegd en hem daarmee weggestuurd en het affiche bleef hangen. Het was wel duidelijk dat ze niet zo goed binnen de familie pasten. Wat iedereen precies deed daar zal ik niet op ingaan maar toen ik trouwde kreeg ik een zelf geborduurd schilderijtje van de rijke tante. Ik heb het toch maar netjes op de sponning tussen de twee ramen gehangen. Het was geloof ik niet veel groter dan 10 cm en is nu niet meer in mijn bezit na bijna 60 veranderende jaren. We hadden in de jaren zestig amper genoeg gespaard om ons huis in te richten maar het lukte allemaal wel zonder schulden.

Van de andere oom en de nieuwe tante kregen we geld waarvan we een geiser konden kopen. Dat was geweldig. Via hem hadden wij ook zomaar een huis gekregen om te huren en dat was in een tijd van grote woningnood ook heel fijn. Ieder nieuw jong paar moest bij de ouders in gaan wonen en meestal moest dat wel. De pil bestond nog niet zo publiekelijk en veel vriendinnen hadden een "motje", ze moesten dus trouwen. Nou wij niet gelukkig. En we hadden een prima ingericht huisje.

De jaren verstreken en tante Jo zocht steeds meer toenadering tot mijn ouders. Er ontstond een betere band en zelfs zo dat ze mijn ouders uitnodigden met hen op vakantie te gaan. Heel leuk voor mijn vader en ook mijn moeder kon het goed vinden met Tante Jo. Ze gingen naar Oostenrijk en mee met een rondvaart op het bootje dat Oom Bob had gekocht. Mooi dat ze daarvan samen hebben kunnen genieten.

Ik had natuurlijk nooit zoveel contacten met die kant van de familie opgebouwd, ook niet met de nichtjes en neefjes die daar waren. Ze werden  nooit meer dan de buurkinderen die toevallig mijn nichtjes en neefje waren. Maar er waren ook geen moeilijke relaties. Het was goed zoals het was.

Veel later toen mijn vader geen auto meer kon rijden, bracht ik hen naar Oom Bob en tante Jo voor een verjaardag of zo en zo leerde ik hen ook iets beter kennen. Er was intussen veel veranderd in mijn leven. Na een echtscheiding waarin ik enkele jaren met de dood werd bedreigd, raakte ik ook mijn werk nog eens kwijt en kwam in een behoorlijke dip terecht. Ik viel ten prooi aan een burn-out, zoals ze dat tegenwoordig noemen. Ik haalde me allemaal dingen in mijn hoofd dat ik toch weer aan het werk zou moeten en misschien kon ik met het schilderen dat ik deed wel zien of ik iets zou kunnen gaan verdienen. Want er was heel veel dat ik niet meer op durfde te pakken, angst voor falen en allerlei andere angsten speelden een grote rol . Alles bij elkaar een  heel verhaal op zich zelf.

Met Marja een schildersvriendin ging ik aan de gang om exposities te houden van ons werk en oom Bob kwam kijken. Ik kreeg een enveloppe met 1000 gulden omdat hij het leuk vond me aan te moedigen. Dat was geweldig.

Toen ik na vele jaren werken aan mezelf, spirituele ontwikkeling en een fijne relatie opbouwen, in rustiger vaarwater terecht kwam, werden Oom Bob en tante Jo beiden ziek, Ze hadden geen kinderen die naar hen om konden kijken. En samen met een buurvrouw van hen en een ander aangetrouwd nichtje hebben we zo goed en zo kwaad als het ging hen om beurt begeleid. Op een gegeven moment kwamen ze beiden op één kamer in het ziekenhuis te liggen. Oom Bob en tante Jo beiden in de eindfase van hun leven. Ze zouden naar het hospice worden overgebracht maar toen de ambulance broeders de ziekenhuiskamer binnen kwamen, maakten ze rechtsomkeer want oom Bob kon niet meer vervoerd worden. Hij overleed een paar uur later.

Tante Jo ging daarna nar het Hospice. Zo slecht als ze was. Ze knapte weer een beetje op en ik moest bij de behandelend arts komen. We bespraken haar verhuizing naar een verzorgingshuis. Het huis waar ze vroeger zelf directrice was.

Oom Bob had een executeur testamentair aangesteld en hij regelde wat er financieel geregeld moest worden. Het huis werd verkocht. Zo triest, alles is weggegaan en tante Jo kwam met onbekende meubeltjes in het verzorgingshuis terecht. Niets geen persoonlijke herkenning meer in dat wat haar omringde. Ik vond het zo erg voor haar. De levenslust was er niet meer. Drie keer in de week ging ik bij haar op bezoek. en dan zaten we voor het raam. Nee voor haar hoefde het niet meer. Maar ze bleef belangstellend naar mijn doen en laten vragen. Ik bewonderde haar omdat ze altijd zulke mooie vragen wist te stellen.

Na twee jaar ging ze hard achteruit en kwam op bed te liggen. Ik herinner me dat ik eens vrij vroeg op bezoek kwam. Ze zat helemaal naakt op een po stoel naast het bed dat verschoond moest worden door haar persoonlijk verzorgster. Het was vreselijk om te zien. Niet even iets aangenaams om haar heengeslagen, zo mager, afschuwelijk. Ik begrijp nu nog niet dat ik mijn mond heb dicht gehouden. Zo dom van mij. Ze sprak ook niet of nauwelijks meer en ik realiseerde me dat ze haar linkerkant niet meer gebruikte. Ze lag daar maar stilletjes in dat grote bed.

Na weken of misschien waren het maanden raakte het afgelopen en hebben we met meerdere elkaar afgelost. De nacht dat ze stierf was ik bij haar.

Ik loste twee anderen af. Tante Jo lag zacht te jammeren in bed en het nichtje aaide over haar hoofd terwijl ze in gesprek was met de ander. Ik weet nog dat ik er helemaal naar van werd en dacht blijf ajb van haar af. Laat haar met rust. Weg jullie allemaal. Maar ik zei niets.

Eindelijk was ik alleen met tante Jo. Het werd rustig en ik deed een Tara meditatie in mijzelf. Het werd steeds rustiger en rustiger. De stilte kwam binnen. Tante Jo was de dochter van een dominee en instinctief ben ik op een gegeven moment heel zacht gaan zingen.

Heer Jezus neem mijn handen

en lijdt mij voort

langs steile afgrond randen

naar het hemels oord

Kan zonder u niet leven niet gaan of staan

als gij mij zoudt begeven

zou ik ras vergaan.

Tante Jo is heel zachtjes ingeslapen. Ik ben nog een tijdje heel stil bij haar blijven zitten en toen ik wat beter naar haar keek zag ik een traantje op haar wang.





2 opmerkingen:

  1. Lieve Elly, ik heb jouw stuk met veel betrokkenheid gelezen. Mooi en soms ook verdrietig.
    Het is een geschenk dat je dit deelt. Dank je!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik sluit me aan bij Walter, ontroerend en wat mooi dat je je Tante Jo zo een vredig sterven mogelijk maakte. Mooi mens!

    BeantwoordenVerwijderen