maandag 25 mei 2020

Wie is er boven?

Toen ik ongeveer tien jaar was, wilde ik balletdanseres of verpleegster worden. Als ik verpleegster werd zou ik naar Afrika gaan om daar te werken en mensen beter te maken. Die wens was sterk verbonden aan een religieus kindergevoel.
De jaren verstreken en ik trouwde, kreeg kinderen en mijn huwelijk was verre van geweldig. Na zeventien jaar echtgenote te zijn geweest liep ik weg met mijn jongste zoon , om aan de doodsdreiging en andere represailles te ontkomen. Mijn oudste zoon kwam wat later naar mij toe toen ook voor hem de situatie onhoudbaar werd.

Ik zat vol overlevingsdrang en moest voortdurend in  mijn psyche alles 'op een rijtje' zien te houden. Alle zeilen jarenlang bijzetten om te overleven. Tijd en inzet om er ook voor anderen te kunnen zijn zoals ik dat in mijn kindertijd voelde,dat was er niet meer. Ik had zorgen over het bestaan van mijn kinderen zowel als over mijn eigen bestaan. Ik herinner me dat ik zelfs in paniek raakte als ik maar een kleine boodschap voor een oude tante  moest doen waarbij er mijns inziens teveel van me werd gevraagd. Zulke kleinigheden konden me tot wanhoop drijven.

Na verloop van tijd werd het me duidelijk dat ik de gevoelens en idealen uit mijn kindertijd volkomen kwijt was geraakt. Het leven zag er heel anders uit dan ik me ooit voor had gesteld. Toen ik in rustiger vaarwater kwam, wilde ik weer iets  hervinden van wat mij in de kinderjaren had bewogen maar dacht dat ik intussen atheïst was geworden. Hoe kon er een god bestaan zoals ik dat in mijn kindertijd moeiteloos zonder vragen en realiteitszin kon ervaren? Ik kon en wilde me niet meer 'overgeven' aan iets buiten mijzelf waarvan ik vermoedde dat het niet bestond. Wel wilde ik  goed zijn en vooral ook goed in mijn eigen gevoel zitten. Wat meer ruimte krijgen in mijn brein dat overuren maakte.

Huilend en angstig zie ik mezelf weer in een eerste ontmoeting tegenover haar zitten. Ze had geen antwoorden waar ik op hoopte. Integendeel.  Ik herinner mij de woorden die we spraken niet meer, maar wel wat ik voelde en het vertrouwen dat in me naar boven kwam. Er was een weg, een weg die me niet in een keurslijf van geboden en verboden zou dwingen om een goed en heel mens te kunnen worden. Er was een weg van ontwikkeling en zelfrespect. Werkelijkheden die binnen mijn eigen logisch denken pasten.Waarin weer openingen gevonden konden worden om er te zijn, niet alleen voor mezelf maar ook voor het geheel. Mezelf hervinden in het geheel.

Nu noem ik het een weg van hard werken, werken aan mezelf. Vaak is dat werken juist stil zijn en ervaren en daardoor langzamerhand weer openingen creëren om er te kunnen zijn  zoals ik ben. Mediteren analyseren en conclusies trekken. ik las veel, volgde lessen en wist van geen ophouden. Ik  leerde in meditatie rust te vinden en mijn gedachten te observeren en tot rust te brengen.  Om er te kunnen zijn voor het geheel is het eerst nodig zelf heel met het geheel te worden. 
Als je iets voor een ander wilt betekenen zul je eerst stilte, rust en vrede met je zelf moeten hebben. Anders loop je al heel snel tegen je eigen grenzen aan. Het ultieme geluk dat wij kunnen bereiken is de vreugde die je ervaart als je iets kunt betekenen voor de ander.  Dus zal ik die weg in rust in mezelf moeten vinden. Dat is geen weg van mooie woorden. Maar van leven met alles erop en eraan. Alles erop en eraan. Dat is alles wat er op je pad komt kennen en ermee werken. Niet alleen zoeken naar mooie momenten maar net zo blij leren  zijn met de problemen die op je pad komen want dat zijn de grote leermomenten. En dan de stilte om de ruimte te vinden weer verder te gaan. Frustraties en confrontaties te zien, te ervaren en weer  los te laten, door gaan vanuit mijn zelf gecreëerde  rustgevende middelpunt dat ik nu gelukkig steeds makkelijker terug weet te vinden.. Een weg van leren er te zijn als het nodig is, zonder aan mezelf voorbij te lopen. Het is allemaal mogelijk.

Het is niet alleen filosoferen OF daadkrachtig zijn, Het is aandachtig zijn, reflekteren, mediteren en daardoor in mijn midden terechtkomen vanwaaruit ik liefdevol daadkrachtig kan worden vanuit dat middelpunt in alle omstandigheden. Daar is de kracht aanwezig die niet verstoord kan worden. In mijn midden, waar niets elkaar overloopt, maar alles in rust op zijn plek valt. Dat maakt mij gelukkig.

Ik ben dankbaar dat ik binnen betrouwbare wegen mijn eigen heel specifieke persoonlijke weg heb gevonden. Misschien kun je het niet eens een weg noemen want 'Eenmaal boven op de berg is er geen weg zegt Johannes van het kruis'. Maar wie is er boven ? Ik niet, het leven blijft een uitdaging.

Met dank aan wijlen Gelek Rimpochee.

Het leven krijgt zijn uitstraling in de handeling die de uitwerking is van ons innerlijk


Geen opmerkingen:

Een reactie posten