zaterdag 6 februari 2021

De God van Meister Eckhardt

 In het vorige blogje had ik het over HET. een zoveelste benaming om aan iets wat in ons menselijk leven al moeilijk te verwoorden is woorden te geven. HET is in ons leven al onnoembaar en dan nog slechts een fractie van dat wat het alomtegenwoordige  genoemd zou kunnen worden omdat dat HET van mij  een beperking inhoud. 


Theresa van Avila schreef een boek, 'De inerlijke burcht' waarin ze 7 innerlijke kamers doorloopt en het op een gegeven moment over vertroosting heeft waar haar zusters mee verder kunnen en ook droge perioden die dan weer ontstaan. Het is allemaal een voorportaaltje van de enorme mogelijkheden die het Leven zelf in ons innerlijk mogelijk kan maken. Enn dat is een weg van opmerkzaamheid. Zien hoe je zelf in het leven staat in alle eerlijkheid.

In de mystieke traditie wordt daar door bijvoorbeeld Meister Eckhardt ook heel duidelijk mee omgegaan doordat hij alle moeite doet  woorden te geven in ontkennende vorm  van wat het eigenlijk niet is want voor dat wat het niet is, daar hebben we dan misschien wel de woorden voor.  Meister Eckhardt begint al te vertellen dat je daar eigenlijk niet over praten kunt omdat er geen woorden voor zijn en vervolgens schrijft hij er boeken over vol. En worden zijn preken tegenwoordig veel gelezen omdat ze in boekvorm uitkomen. 

'Over God wil ik zwijgen' is  een prachtig boek om te lezen en je in te verdiepen.


 Hieronder een stukje uit 

Digitale theologische encyclopedie

 

 God is voor Eckhart het absolute oneindige zijn. Vanwege zijn ontkenning van godsnamen en -beelden noemen we Eckharts theologie een negatieve theologie. Dit zijn stromingen in het geloofsdenken die God slechts trachten te beschrijven door middel van de ‘ontkenning’; door wat Hij in elk geval allemaal niet is. Meister Eckhart zegt herhaaldelijk dat hij spreekt over iets wat zich aan woorden en namen onttrekt, maar dat hij ook niet over dit onzegbare kan zwijgen en daarom zijn toevlucht neemt tot de via negativa. Hij benadrukt dat God oneindig veel groter is dan alles wat we over Hem kunnen zeggen of denken. Eckhart zal God in zijn absolute vorm later ‘Godheid’ gaan noemen. Hij bedoelt hiermee dat God alle verstand te boven gaat; pas als we God kunnen zien zonder beelden, vergelijkingen of middelen mogen we spreken van Godheid. God is dus wel Godheid maar Godheid is geen God; Godheid is namelijk nóg veelomvattender, want Hij is zonder beperkingen. God is nog steeds ‘iets’, Godheid is ‘niets’ omdat het voorbij alles gaat. Men moet al het geschapene loslaten omdat dit vergankelijk en derhalve niet God is, want God is louter ‘zijn’, Niets. Eckharts mystiek is dan ook veelvuldig vergeleken met de oosterse filosofie en het (zen)boeddhisme, omdat deze ook voorbij taal, woorden en beelden proberen te gaan.

Bronhttps://webapp.fkt.uvt.nl/dossieritem/meister-eckhart/meister-eckhart-ca-1260-ca-1328


Als dat Alomvattende louter ZIJN is, waarin alles is vervat en door omgeven wordt. Kan ik het dan niet beter klein houden en tot de conclusie komen als ik ingezetene ben van dat onnoembare goddelijke en met mij alles en iedereen dat ook is zowel omgeven als doorstroomd dat we dan onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dan is alles het belangrijkste en mag alles er zijn zoals het is. Ik hoef me aan geen enkel beeld, hoe abstract meer vast te klampen.  (niet dat dat makkelijk is 😄) Dan heb ik  grote eigen  verantwoordelijkheid, ook voor het geheel door er zelf op de best mogelijke manier ook te zijn zoals ik ben en het goede te doen niet alleen voor mezelf maar ook voor het geheel.

Want dat wat ik HET begon te noemen daarover raak je niet uitgepraat als je probeert woorden te vinden om te vertellen waar het over gaat. Zolang we ons nog ergens aan vastklampen is het een object. Als ik er nog een plaatje van kan maken ook al is het nog zo abstract dan is het een object dat gekristalisserd is en dat is het goddelijke niet. Ook is het geen beweging of energie of bron.

Als ik denk dat dat het belangrijkste is wat er is dan denk ik dat ik er weleens naast kan zitten. 

Voor mij is dit iets wat zoveel implicaties heeft. In de zin van dat ik iedere keer weer nieuwe dingen kan ontdekken en de verbindingen kan leggen in de relaties tussen het bestaande dat niet het goddelijke op zichzelf is maar dat het in samenhang met alles bestaat. 

Daar raken Boeddhisme, Mystiek  en allerlei stromingen de werkelijkheid van het bestaan. Daar wordt het duidelijk dat er totaal niets is dat op zichzelf bestaat. Alles bestaat louter op basis van afhankelijkheid. Als er geen Oost is kan er ook geen West zijn. Alles doet ertoe. 

Het leven zelf, daar kan ik me aan toewijden. Alles leren herkennen als louter denkbeelden van mijzelf om open te staan voor het geheel. Daar kan ik mijn hele leven mee toe. Daarin heb ik een mooie weg binnen het Boeddhisme gevonden. Omdat daar hele stappenplannen worden beschreven waarin ik mij kan vinden en waarvan ik weet dat ik ze ook weer los kan laten. Dat het hulpmiddelen zijn om voluit te leven. HET zal voor iedereen anders zijn en ook dat HET kan weer losgelaten worden. Maar door dat stappenplan in het boeddhisme ben ik ook de christelijke traditie en vooral de Mystiek beter gaan begrijpen. En daar ben ik blij mee.




3 opmerkingen:

  1. Wat heb je dat mooi beschreven. Zelf kreeg ik een christelijke opvoeding.( niet altijd leuk) En zie nu bij het lezen van andere zienswijzen regelmatig een overeenkomst.

    BeantwoordenVerwijderen